Helena Slicher droeg op haar bruiloft in 1759 met Aelbrecht
baron van Slingelandt, de breedste jurk van Nederland. Deze jurk werd ontworpen
door de Spaanse ontwerper Cristóbal
Balenciaga. De jurk is nu onderdeel van een tentoonstelling in het rijksmuseum
te Amsterdam. Toen ik hoogte van deze
tentoonstelling kreeg was ik meteen al heel enthousiast. Een collectie aan
jurken (en wat mannen kleding) waar ik alleen maar van kan dromen. Lange
jurken, brede jurken, glitterende jurken, van alles is er wel wat. Ik had dan
ook snel bepaald dat ik naar deze tentoonstelling wilde gaan.
Bianca du Mortier, conservator kostuum Rijksmuseum: "Met de
kledingstukken vertelt de tentoonstelling de vele verhalen van de mensen achter
de objecten. In de mode draait alles om de keuzes van de drager: deze maken hem
tot trendsetter of navolger. En altijd – zelfs tegenwoordig – hebben de
rijksten of machtigsten een boodschap die ze bewust of onbewust met hun kleren
uitdragen. Daarin is in de afgelopen 330 jaren niets veranderd. De grenzen
hierbij worden bepaald door budget, gelegenheid, leeftijd, sociale status,
postuur, klimaat, persoonlijke likes & dislikes,
enzovoort."
In de 18e
eeuw is de Romantiek ontstaan.
Dit was een stroming in de westerse cultuur die zich vooral aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw sterk deed gelden in de kunst en het intellectuele
leven. De stroming bloeide met name op in Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, België en Nederland. Het was vooral een tegenreactie op de Verlichting, die eraan vooraf was
gegaan. Tijdens de Romantiek werd de subjectieve ervaring als uitgangspunt
genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en
verbeelding centraal te staan.
Tijdens deze periode zie je ook de mode mee
veranderen. In de 18e eeuw waren grote, aanwezige hoepelrokken erg
in trek. Deze ging gepaard met een korset rond de middel. Zo waren de vrouwen
heel petite van boven, en heel breed beneden. Dit zou vrouwelijkheid en
vruchtbaarheid weerspiegelen. Hiermee wil ik verwijzen naar een stuk uit het
boek ‘we zijn nog nooit zo Romantisch geweest’ van Hans Kennepohl. Kennepohl
schrijft namelijk: ’In de romantiek is er voor het eerst waardering voor de
originaliteit van een werk, de creatie van stijlvormen en nieuwe ideeën over
kunst en maatschappij. De kunstenaar schept met zijn verbeeldingskracht nieuwe
verhalen en stijlen.’ Omdat er in deze tijd een vrij extreme nieuwe mode werd
geïntroduceerd, kan je hiervan afzien dat originaliteit inderdaad gewaardeerd
werd.
Deze jurken weerspiegelen natuurlijk elke
prinsessenjurk waar ik vroeger van gedroomd heb. Mooie stoffen, lange rokken,
strakke korsetten en prachtige opvallende printen. Nu ben ik nog niet eens over
de bijbehorende sieraden begonnen. Het feit dat een jurk vrouwelijkheid en
vruchtbaarheid weerspiegeld vind ik geweldig. Waar we in deze tijd, meiden van
veertien met te korte rokjes en shirtjes zien lopen om ‘vrouwelijkheid’ te
weerspiegelen, was het zo’n 300 jaar geleden, totaal anders. Ik denk dan ook
dat je aan de kleding kan zien dat de mensen die tijd heel anders dachten en
deden. Ik denk ook dat het de respect voor elkaar groter was (vooral mannen en
vrouwen tegen elkaar).
Een
paar honderd meter verder in het stedelijk museum, wordt een heel andere
tentoonstelling gehouden. De Duitse Isa Genzken toont hier voor het eerst in
Nederland een overzichtstentoonstelling. Genzken staat bekend als een van de meest innovatieve en invloedrijke kunstenaars
van de afgelopen veertig jaar. Zij werkt met een enorme diversiteit
in haar werk. Zo maakt zij films, sculpturen in hout en beton, fotografisch
werk, schilderijen en complexe verhalende collages en assemblages.
Isa
Genzken wordt gezien als een zogehete ‘artist’s artist’, hiermee wordt bedoeld
dat ze onder kunstenaars erg geliefd is. Ook de directeur van het Stedelijk
museum, Beatrix Ruf, bewonderd het werk van Genzken. Ik had het hier wat
moeilijker mee. De kunstwerken riepen bij mij vooral veel ergernissen en
misschien zelfs wel een kleine woede op. Ik kan de kunst van Isa namelijk niet
plaatsen. Ik begrijp het niet, maar misschien wil ik het ook wel niet
begrijpen.
Waar
ik in het rijksmuseum ook niet alles mooi vind, kan ik wel begrijpen waarom het
kunstwerk gemaakt is, wat de boodschap is en waarom andere mensen het wel mooi
kunnen vinden. Bij Genzken kan ik er gewoonweg niets van maken. Dit betekent
niet dat ik haar niet respecteer als kunstenaar, maar dat ik haar keuzes in de
kunst niet begrijp. Ik vind de kunst vervelend, blijf maar denken ‘ja zo kan ik
ook kunstenaar worden’ en erger me dood aan de voor mijn gevoel rond
slingerende materialen.
Ik zie
wel in haar kunst terug, dat zij een barbaarse kunstenaar is. Dit kwam voor mij
vooral naar voren in haar werk over de Berlijnse techno scène. Dit werk genaamd
‘Jacken und Hemden’ zijn door haar gedragen kledingstukken die ze heeft
gecostumized met fransjes, persoonlijke voorwerpen, fluorescerende verf en
foto’s. Door al deze versieringen en aanpassingen heeft Genzken de kleding tot
een heel nieuw iets gemaakt.
Ik trok al snel de conclusie dat de kunst van Isa Genzken barbaars is, maar daar werd ik
toch nog even aan het twijfelen gebracht door het eerder genoemde boek ‘we zijn
nog nooit zo Romantisch geweest’ van Hans Kennepohl: ‘Een kunstenaar geeft geen
afbeelding van de werkelijkheid maar drukt zijn gevoel uit, zijn visie op de
wereld. Deze verandering is te verduidelijken met een metafoor van de spiegel
en de lamp. Voorheen was het de bedoeling de werkelijkheid zo precies mogelijk
weer te geven, als in een spiegel. Vanaf de romantiek wordt de kunstenaar
geacht de werkelijkheid op een andere, eigen manier te bekijken. Hij is een
lamp die de toeschouwer op iets moois wijst, iets dat hij zelf heeft ontdekt.’ Ik denk dat dit bij Genzken heel erg van toepassing is. Juist omdat het zulke vreemde kunstwerken zijn, laat zij wel echt zien, hoe zij in iets, bijvoorbeeld een oor, kunst kan zien.
Het verschil tussen de romantische sfeer bij de
tentoonstelling van het rijksmuseum en de barbaarse sfeer bij de
tentoonstelling van Isa Genzken is immens. Waar je in het rijksmuseum in een
donkere knusse hal loopt, loop je in het stedelijk museum in enorme witte,
kille ruimtes. Maar als je de sfeer naast je laat liggen en naar de kunst op
zichzelf gaat kijken, zie je dat bij beide tentoonstellingen, de kunst
romantisch is. Bij de tentoonstelling in het Rijksmuseum is dit wat makkelijker
te bepalen omdat de jurken die wij analyseren uit de romantiek komen. Bij de
tentoonstelling van Isa Genzken is het een stuk lastiger om erachter te komen
dat ze geen barbaarse kunst maakt, maar romantische kunst.
Geschreven door:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten