donderdag 3 maart 2016

Museumplein

Helena Slicher droeg op haar bruiloft in 1759 met Aelbrecht baron van Slingelandt, de breedste jurk van Nederland. Deze jurk werd ontworpen door de Spaanse ontwerper Cristóbal Balenciaga. De jurk is nu onderdeel van een tentoonstelling in het rijksmuseum te Amsterdam. Toen ik hoogte van deze tentoonstelling kreeg was ik meteen al heel enthousiast. Een collectie aan jurken (en wat mannen kleding) waar ik alleen maar van kan dromen. Lange jurken, brede jurken, glitterende jurken, van alles is er wel wat. Ik had dan ook snel bepaald dat ik naar deze tentoonstelling wilde gaan.


Bianca du Mortier, conservator kostuum Rijksmuseum: "Met de kledingstukken vertelt de tentoonstelling de vele verhalen van de mensen achter de objecten. In de mode draait alles om de keuzes van de drager: deze maken hem tot trendsetter of navolger. En altijd – zelfs tegenwoordig – hebben de rijksten of machtigsten een boodschap die ze bewust of onbewust met hun kleren uitdragen. Daarin is in de afgelopen 330 jaren niets veranderd. De grenzen hierbij worden bepaald door budget, gelegenheid, leeftijd, sociale status, postuur, klimaat, persoonlijke likes & dislikes, enzovoort."

In de 18e eeuw is de Romantiek ontstaan. Dit was een stroming in de westerse cultuur die zich vooral aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw sterk deed gelden in de kunst en het intellectuele leven. De stroming bloeide met name op in Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, België en Nederland. Het was vooral een tegenreactie op de Verlichting, die eraan vooraf was gegaan. Tijdens de Romantiek werd de subjectieve ervaring als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan.

Tijdens deze periode zie je ook de mode mee veranderen. In de 18e eeuw waren grote, aanwezige hoepelrokken erg in trek. Deze ging gepaard met een korset rond de middel. Zo waren de vrouwen heel petite van boven, en heel breed beneden. Dit zou vrouwelijkheid en vruchtbaarheid weerspiegelen. Hiermee wil ik verwijzen naar een stuk uit het boek ‘we zijn nog nooit zo Romantisch geweest’ van Hans Kennepohl. Kennepohl schrijft namelijk: ’In de romantiek is er voor het eerst waardering voor de originaliteit van een werk, de creatie van stijlvormen en nieuwe ideeën over kunst en maatschappij. De kunstenaar schept met zijn verbeeldingskracht nieuwe verhalen en stijlen.’ Omdat er in deze tijd een vrij extreme nieuwe mode werd geïntroduceerd, kan je hiervan afzien dat originaliteit inderdaad gewaardeerd werd.

Deze jurken weerspiegelen natuurlijk elke prinsessenjurk waar ik vroeger van gedroomd heb. Mooie stoffen, lange rokken, strakke korsetten en prachtige opvallende printen. Nu ben ik nog niet eens over de bijbehorende sieraden begonnen. Het feit dat een jurk vrouwelijkheid en vruchtbaarheid weerspiegeld vind ik geweldig. Waar we in deze tijd, meiden van veertien met te korte rokjes en shirtjes zien lopen om ‘vrouwelijkheid’ te weerspiegelen, was het zo’n 300 jaar geleden, totaal anders. Ik denk dan ook dat je aan de kleding kan zien dat de mensen die tijd heel anders dachten en deden. Ik denk ook dat het de respect voor elkaar groter was (vooral mannen en vrouwen tegen elkaar).

Een paar honderd meter verder in het stedelijk museum, wordt een heel andere tentoonstelling gehouden. De Duitse Isa Genzken toont hier voor het eerst in Nederland een overzichtstentoonstelling. Genzken staat bekend als een van de meest innovatieve en invloedrijke kunstenaars van de afgelopen veertig jaar. Zij werkt met een enorme diversiteit in haar werk. Zo maakt zij films, sculpturen in hout en beton, fotografisch werk, schilderijen en complexe verhalende collages en assemblages. 
Isa Genzken wordt gezien als een zogehete ‘artist’s artist’, hiermee wordt bedoeld dat ze onder kunstenaars erg geliefd is. Ook de directeur van het Stedelijk museum, Beatrix Ruf, bewonderd het werk van Genzken. Ik had het hier wat moeilijker mee. De kunstwerken riepen bij mij vooral veel ergernissen en misschien zelfs wel een kleine woede op. Ik kan de kunst van Isa namelijk niet plaatsen. Ik begrijp het niet, maar misschien wil ik het ook wel niet begrijpen.

Waar ik in het rijksmuseum ook niet alles mooi vind, kan ik wel begrijpen waarom het kunstwerk gemaakt is, wat de boodschap is en waarom andere mensen het wel mooi kunnen vinden. Bij Genzken kan ik er gewoonweg niets van maken. Dit betekent niet dat ik haar niet respecteer als kunstenaar, maar dat ik haar keuzes in de kunst niet begrijp. Ik vind de kunst vervelend, blijf maar denken ‘ja zo kan ik ook kunstenaar worden’ en erger me dood aan de voor mijn gevoel rond slingerende materialen.
Ik zie wel in haar kunst terug, dat zij een barbaarse kunstenaar is. Dit kwam voor mij vooral naar voren in haar werk over de Berlijnse techno scène. Dit werk genaamd ‘Jacken und Hemden’ zijn door haar gedragen kledingstukken die ze heeft gecostumized met fransjes, persoonlijke voorwerpen, fluorescerende verf en foto’s. Door al deze versieringen en aanpassingen heeft Genzken de kleding tot een heel nieuw iets gemaakt.

Ik trok al snel de conclusie dat de kunst van Isa Genzken barbaars is, maar daar werd ik toch nog even aan het twijfelen gebracht door het eerder genoemde boek ‘we zijn nog nooit zo Romantisch geweest’ van Hans Kennepohl: ‘Een kunstenaar geeft geen afbeelding van de werkelijkheid maar drukt zijn gevoel uit, zijn visie op de wereld. Deze verandering is te verduidelijken met een metafoor van de spiegel en de lamp. Voorheen was het de bedoeling de werkelijkheid zo precies mogelijk weer te geven, als in een spiegel. Vanaf de romantiek wordt de kunstenaar geacht de werkelijkheid op een andere, eigen manier te bekijken. Hij is een lamp die de toeschouwer op iets moois wijst, iets dat hij zelf heeft ontdekt.’ Ik denk dat dit bij Genzken heel erg van toepassing is. Juist omdat het zulke vreemde kunstwerken zijn, laat zij wel echt zien, hoe zij in iets, bijvoorbeeld een oor, kunst kan zien.

Het verschil tussen de romantische sfeer bij de tentoonstelling van het rijksmuseum en de barbaarse sfeer bij de tentoonstelling van Isa Genzken is immens. Waar je in het rijksmuseum in een donkere knusse hal loopt, loop je in het stedelijk museum in enorme witte, kille ruimtes. Maar als je de sfeer naast je laat liggen en naar de kunst op zichzelf gaat kijken, zie je dat bij beide tentoonstellingen, de kunst romantisch is. Bij de tentoonstelling in het Rijksmuseum is dit wat makkelijker te bepalen omdat de jurken die wij analyseren uit de romantiek komen. Bij de tentoonstelling van Isa Genzken is het een stuk lastiger om erachter te komen dat ze geen barbaarse kunst maakt, maar romantische kunst.






Geschreven door:




Geen opmerkingen:

Een reactie posten