zaterdag 12 maart 2016

Halte 1: Thuis bij Loes Claassen

















Toen ik hoorde dat ik een blog mocht maken over onze welbekende hoofdstad was ik meteen enthousiast. Mijn beste
vriendinnetje woont in Amsterdam en de kans om hier iets mee te doen kon ik natuurlijk niet aan mij voorbij laten gaan. 
Loes Claassen, we leerden elkaar kennen op het Montessori college in Nijmegen. Samen hebben we vier jaar vmbo-t overleefd en toen we het diploma in the pocket hadden, zijn we samen doorgestroomd naar de HAVO. Loes en ik zijn twee handen op een buik en we delen dezelfde gemeenschappelijke, nogal dure hobby: reizen. Afgelopen jaar werd onze lang gekoesterde droom werkelijkheid; samen drie maanden backpacken door Indonesië. Tijdens onze reis wist Loes al dat ze maatschappelijk werk en dienstverlening ging studeren in Amsterdam en dat ze in deze stad zou gaan wonen, daar was geen twijfel over mogelijk.
Inmiddels zijn we een jaar verder en heeft Loes haar plekje gevonden in Amsterdam Bijlmer. In het kader van onze blog besloot ik om Loes te interviewen. Is het leven in Amsterdam wat Loes ervan had verwacht? Loopt ze tegen dingen aan in het Amsterdamse leventje? Daarnaast zitten we in een transitie van een oude naar een nieuwe cultuur. Hoe kijkt Loes hier tegenaan en op wat voor manier gaat dit gepaard met het onderwijs dat wij kennen vandaag de dag?


Vorig jaar hebben wij drie maanden gereisd door Indonesië. Wat zijn volgens jou de grootste verschillen in de manier waarop men met elkaar samenleeft, op de plekken waar wij zijn geweest en hier in Amsterdam?
’’In Indonesië zijn de mensen meer met elkaar bezig en nemen hier ook de tijd voor. Toen ik in Indonesië was merkte ik dat de mensen daar minder stress en minder druk voelen. Ze doen daar alles op hun gemak, de dingen die ze moeten doen zijn niet perse direct aan tijd verbonden. Dingen die gedaan moeten worden doen ze wanneer het hun uitkomt. Je hebt de klok en je hebt de tijd. In Indonesië heb je de tijd, maar in Amsterdam heb je de klok. In Amsterdam leeft men echt langs elkaar heen. Iedereen is gehaast en met zichzelf bezig. Sinds ik hier woon merk ik dat veel Amsterdammers bezig zijn met hun eigen belang, in plaats van het belang waar de hele groep goed aan doet.’’

Waar denk je dat dit verschil vandaan komt?
Ten eerste kennen ze in Indonesië minder verplichtingen en regels, daardoor heb je als mens al meer rust. Daarnaast staan zij ook minder in contact met de buitenwereld. Weinig mensen hebben daar een telefoon of computer en als ze die al hebben is het de vraag of ze daar internettoegang op hebben. Hier in Nederland staat men, door de komst van het internet en sociale media, meer in contact met de buitenwereld. Je ziet wat er om jou heen gebeurt en kijkt naar dat wat er nog meer is. Doordat je door die sociale media continu geprikkeld wordt, leg je de lat voor jezelf hoger. Wanneer je de lat voor jezelf hoger legt gaat dit denk ik automatisch gepaard met stress. Ja, ik denk dat daar het verschil vandaan komt.’’

Waarom heb je er destijds voor gekozen om in Amsterdam te wonen, naast het feit dat je studeert aan de Hogeschool Van Amsterdam?
Ik wilde naar een wereldstad, waar allerlei culturen samenkomen. Daarnaast had ik heel erg de behoefte om weg te gaan uit mijn comfort zone en een compleet nieuwe stad te ontdekken. Amsterdam is wel echt de stad waar het gebeurt. Ik was ook opzoek naar dat anonieme gevoel, dus niet dat je op straat loopt en iedereen je kent, dat gebeurde in mijn geboortestad Nijmegen nogal vaak en daar was ik wel even klaar mee. Ik was opzoek naar hetzelfde gevoel als wat ik tijdens het reizen had. Een gevoel van vrijheid en levendigheid, een bepaald soort dynamiek.’’ 

En voldoet Amsterdam aan jouw verwachtingen, of heeft het anders uitgepakt?
’’Ja, op zich wel. Er is hier altijd wel wat te doen, er is voor ieder wat wils, zeven dagen in de week. Ik merk wel, zoals ik al eerder zei, dat iedereen met zichzelf bezig is. Vooral als ik in het centrum loop merk ik hoe gehaast en ongeduldig iedereen is. Aan de ongeduldigheid kan ik me soms echt ergeren, vooral als mensen zo lopen te stressen als de rij in de Albert Heijn volgens hun te lang is. Die ongeduldigheid geven ze dan onterecht af op het personeel. Dan denk ik echt houdt die rust en take a chill pill.’’

Op dit moment zit de westerse wereld in een soort overgangsfase van een oude cultuur naar een nieuwe cultuur, op wat voor manier denk jij dit terug te zien in het onderwijs en wat vind je hiervan?
’’Het enige verschil wat ik merk in het onderwijs nu, in vergelijking met dat wat ik op de basisschool kreeg, is de opkomst en de groei van alle technologische ontwikkelingen. Tegenwoordig hebben we geen krijtbord meer maar een grote digitale beamer. Ik gebruik zelden nog een schrift tijdens een hoorcollege maar type tegenwoordig alles uit in een Word bestand. Als ik de betekenis van een woord op wil zoeken type ik dit in bij Google, een woordenboek zie je mij niet meer gebruiken. Je hebt tegenwoordig gewoon veel sneller toegang tot informatie, over diverse zaken. Ik ben van mening dat al die technologische ontwikkelingen het nieuwe normale is geworden. Ik vind dus dat je mee moet gaan met deze ontwikkelingen, zeker ook als school zijnde. Kinderen groeien tegenwoordig op met technologie. Waar ik overigens wel van stond te kijken was het volgende; ik loop nu sinds drie weken stage en geef bijles aan een meisje hier in Amsterdam van elf jaar. Ik vroeg haar of ze haar huiswerk had gemaakt, "ja" zei ze, "het staat op mijn tablet en de juffrouw kan meekijken hoe hoog ik scoor met mijn huiswerk." Ik was behoorlijk verbaasd toen ze dit zei. Toen ik elf was had ik dit niet, later besefte ik mij wel dat het gewoon de tijd is waar we nu in leven. Al deze technologische ontwikkelingen zie ik over het algemeen wel als verbeteringen, wel vind ik het belangrijk dat er vooral in het onderwijs voldoende aandacht wordt besteed aan een-op-een contact.’’

En tot slot, wat is jouw favoriete plekje in Amsterdam?
Zonder twijfel het centrum. Lekker langs de grachten lopen, de negen straatjes, of andere smalle tussenstraatjes waarvan ik de naam niet eens weet. Nieuwe winkeltjes ontdekken, ik vind het allemaal heerlijk. Ik vind het vooral in het centrum zo leuk, omdat daar van alles rondloopt, maar dan ook echt van alles, van zwervers tot rijkelui kids. Ik vind het heerlijk om naar mensen te kijken. Als ik mensen zie lopen waar mijn oog op valt, ga ik altijd nadenken wat ze allemaal meegemaakt hebben, hoe hun dag is, waar ze nu naar toe gaan, enzovoort, enzovoort. Daar kan ik echt helemaal in opgaan en lekker over dagdromen, omdat in Amsterdam echt alles rondloopt gaat dit op de een of andere manier makkelijker. Ik kijk mijn ogen uit.’’


Terwijl ik Loes interviewde zat ze op haar bed, gewikkeld in haar lievelingsdekentje met olifantjes. Haar laptop stond voor haar neus en haar mobieltje lag naast haar. Regelmatig kreeg ze een berichtje. Ze wierp dan een blik op haar telefoon en was voor een enkele seconde afgeleid, vervolgens wist ze zich te herpakken en pakte haar verhaal op waar ze was gebleven. 
Multitasking en online leven, een van de kenmerken van de horizontale mens. Dit past bij Loes, ze is bezig met meerdere dingen tegelijk zowel in haar doen als in haar hoofd. Terwijl ik haar interview, heeft ze haar sociale media tabbladen op haar laptop openstaan. Naar haar eigen zeggen ontkom je er niet aan; ’’het wordt tegenwoordig van je gevraagd om internet en sociale media te hebben, het is de manier om in contact te staan met de buitenwereld, het wordt van je gevraagd zowel op school als vanuit de maatschappij. Het is de manier om bij de tijd te blijven’’. 
’’De teneur is het idee dat onze (westerse) cultuur bedreigd wordt door economische en maatschappelijke ontwikkelingen die het gevolg zijn van technologische innovaties’’, dit is een van de opvattingen van Alessandro Baricco in zijn boek De Barbaren. Loes is het hier niet perse mee eens of oneens, wel vindt ze dat de technologische ontwikkelingen ’’ het nieuwe normale’’ is geworden. Is Loes een Barbaar? Deels is ze een barbaar, ze hecht waarden aan de kenmerken van het barbarisme. 
’’Het exotisme zijn exotische plekken waar bijzondere ervaringen te beleven zijn, een hunkert gevoel om te willen leven’’ een van de opvattingen van Hans Kennebohl in zin boek ’’We zijn nog nooit zo romantisch geweest’’. Ja, deze romantische opvatting van Hans past ook bij Loes, het hunkerende gevoel om de wereld te verkennen en te ontdekken. Ze heeft het zelfs al gedaan tijdens haar reis door Indonesië. 


Enerzijds is zij gewend aan de het westerse wereldje met alle technologische toepassingen, anderzijds verlangt Loes naar het gevoel van vrijheid op plekken waar je helemaal back to basic gaat. Een paradoxale situatie, waar Loes ongetwijfeld niet de enige in is in de huidige samenleving.


Geschreven door


Geen opmerkingen:

Een reactie posten