woensdag 16 maart 2016

Manifest kunst & cultuurbeleid




Tijdens onze zoektocht door de Amsterdamse stad stonden we stil bij het  kunst -en cultuurbeleid van de stad. Het werd ons al snel duidelijk dat Amsterdam een breed scala aan kunstzinnige en culturele instellingen kent. Denk aan het Rijksmuseum, Amsterdam Light Festival, filmmuseum EYE, Paradiso Melkweg en de Stadsschouwburg. Kortom, een bijzonder groot aanbod vergeleken met de andere Nederlands steden. Je zou het zelfs zo kunnen stellen; in Amsterdam is er voor ieder wat wils. 


Toch gaat het niet altijd even goed met deze instellingen. Vele hiervan hebben dan ook subsidies nodig om zich staande te houden of om zich te blijven ontwikkelen om bij de tijd te blijven. We hebben gekeken naar  elementen waar de Amsterdamse gemeente in de toekomst in zou kunnen investeren om nieuwe kansen te creëren op het gebied van kunst en cultuur. We hebben jaarplannen, cultuurnota en de subsidieverschaffing voor de verschillende stadsdelen in Amsterdam bekeken.
Op dit moment ontvangen verschillende instellingen geen subsidie waardoor het lastig is om je als organisatie staande te houden. Een langdurig tekort aan geld leidt dan ook vaak tot een faillissement van instellingen. Dit probleem bracht ons bij een manifest met het volgende standpunt; 'verplichten van een opmaat gemaakt kunst -en cultuurbeleid voor basisscholen en middelbare scholen begint in Amsterdam'. Wanneer hier in geïnvesteerd wordt zal dit op den duur leiden tot meer inkomsten voor kunstzinnige en culturele instellingen in Amsterdam. Omdat Amsterdam over het algemeen  de broedplaats is voor kunst en cultuur zal het zich vanaf deze plek in de toekomst verder over Nederland verspreiden. Deze instellingen zullen in de toekomst dan niet meer afhankelijk zijn van subsidies maar voort kunnen bestaan door het ontstaan van een breder publiek. Hieronder worden kort de punten 1 t/m 7, die je ziet staan op ons manifest, toegelicht. 

1. Het gratis maken van Musea in Amsterdam voor kinderen t/m 18 jaar. Dit kan door het verstrekken van museum-jaarkaarten aan leerlingen. Leerlingen zullen sneller naar een musea gaan waardoor ze de waarde van kunst sneller inzien en de interesse groter wordt.
2. Een aangepast schoolrooster. Laat leerlingen vanaf jonge leeftijd kennismaken met verschillende kunstdisciplines. Denk aan projectweken waarin de leerlingen hun blik op kunst en cultuur verbreden door hier in actieve werkvormen mee aan de slag te gaan.
3. Kunstzinnige werkruimtes op scholen. Creëren van plekken op scholen waarin de leerlingen in de pauze, of ingeroosterde lesuren aan de slag kunnen. Het doel is om leerlingen te stimuleren en de mogelijkheid bieden om  hun ’’creatieve mind’’ op deze plek de vrije loop te laten gaan. Dit moet een broedplaats worden voor de leerlingen. 
4. De kracht van musea naar voren laten komen. Musea ontwerpen activiteiten op een speelse en op leeftijd aangepaste wijze voor de leerlingen. 
5. Richten op samenwerking tussen scholen en kleinere culturele infrastructuur in stadsdelen en wijken in Amsterdam. Het doel is om de leerlingen te laten zien wat er nog meer is naast de grotere, gesubsidieerde cultuurinstellingen.
6. Meer tijd maken voor kunstzinnige en culturele vakken in het lesprogramma. Denk aan vakken als theater, beeldende kunst, muziek. Moet meer aandacht besteed worden aan de individuele vakken in plaats van een overkoepelend vak genaamd ’handvaardigheid’. Door hier meer in te investeren, ontvangen leerlingen meer kennis en verdieping.
7. Ontwerpen van een lesprogramma genaamd ’’kunstroutes’’. Hierbij zullen leerlingen in groepjes door de stad lopen met hun oog gericht op infrastructuur en beelden in de openbare ruimte. Hierdoor laat je de leerlingen zien dat er meer is dan theater, muziek en beeldende kunst. De leerlingen leren dat kunst en cultuur terug te zien is in de natuur. 


Deze punten samen zullen in de toekomst leidden tot een breder georiënteerde samenleving wat betreft kunst en cultuur. Doordat kinderen het belang van kunst en cultuur vanaf jongs af aan meekrijgen zullen zij dit op den duur als normaal gaan zien. Door het maken, het waarderen en het begrijpen van kunst zullen leerlingen relaties tussen kunst en cultuur beter begrijpen.  Er zal meer geld uitgegeven worden aan deze sector waardoor ook de kleinere ongesubsidieerde instellingen zich staande kunnen houden en  de tijd, geld en middelen hebben om zich verder te blijven ontwikkelen en vernieuwen. Wanneer het opmaat gemaakt kunst en cultuur beleid voor scholen met al zijn positieve gevolgen een succes wordt in het hartje van ons land,  zal deze ontwikkeling zich op den duur verder verspreiden over heel ons land. Dit zou toch een prachtig toekomst perspectief zijn ?!


Geschreven door:




Geen opmerkingen:

Een reactie posten